Cognitieve gedragstherapie
De kernelementen persoonlijk leiderschap, de zes basisbehoeften van de mens en cognitieve gedragstherapie staan centraal binnen de methode van Coaches Inc. Ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden als je resultaat wilt behalen én behouden.
In sommige psychotherapieën wordt vooral gesproken over de achtergronden en het ontstaan van jouw problemen. In andere therapieën probeer jij te ontdekken wat je zelf wilt. Dat doe jij door je te concentreren op wat je voelt. Cognitieve gedragstherapie is een combinatie van twee vormen van psychotherapie, namelijk cognitieve therapie en gedragstherapie. Het is één van de meest toegepaste behandelvormen in Nederland en een kortdurende therapievorm die zowel op het heden, als de toekomst is gericht.
Eén van de grondleggers van deze therapie, de Amerikaanse psychiater Aaron T. Beck, ontwikkelde een theorie en een behandelingswijze waarbij de cognities van de cliënt centraal staan; gedachten, fantasieën, herinneringen en opvattingen over de gebeurtenissen. Deze therapie werkt vooral met oefeningen. Zo worden het gedrag en de gedachten die de problemen in stand houden besproken én behandeld. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat cognitieve gedragstherapie effectief is bij veel psychische problemen, zoals angsten, depressie, verslavingen en eetstoornissen.
Cognitieve therapie
Cognitieve therapie gaat over verschillende manieren van denken en de emoties die een mens daarbij kan voelen. Zo wordt iemand, die belangrijke zaken en gebeurtenissen vanuit een negatief standpunt bekijkt, eerder angstig, neerslachtig of geïrriteerd. Wie leert om negatieve gedachten anders te interpreteren, krijgt automatisch een objectievere kijk op gevoelens en waarnemingen. Hierdoor verdwijnen negatieve gevoelens en verandert het gedrag. Samen met een therapeut wordt onderzocht of een bepaalde manier van denken klopt en welke manier van denken eventueel passender is. Vervolgens worden realistische standpunten uitgewerkt en positievere gedachten ontwikkelt.
Gedragstherapie
Gedragstherapie richt zich vooral op het veranderen van bepaalde gedragingen. Hoe iemand handelt, bepaalt namelijk voor een groot deel hoe die persoon zich voelt. Wanneer je geneigd bent om uit angst bepaalde situaties uit de weg te gaan, is de kans groot dat de spanning eerder toe- dan afneemt. Bij gedragstherapie breng je met je therapeut eerst het problematische gedrag en de omstandigheden waarin die voorkomen in kaart. Vervolgens ga je samen met de therapeut op zoek naar beter passende gedragspatronen om te reageren op die omstandigheden. Dit gebeurt aan de hand van praktijkgerichte oefeningen.
Succesvolle combinatie
Cognitieve gedragstherapie behandelt dus gedrag én de manier van denken. Door anders te reageren, veranderen gevoelens en gedachten. Door anders te denken, veranderen gevoelens en gedrag. Een succesvol gebleken combinatie. Bij cognitieve gedragstherapie werkt de therapeut nauw en actief met de cliënt samen om klachten te verbeteren. Tijdens de verschillende therapiesessies gaat de cliënt actief aan de slag met vragenlijsten en oefeningen. Daarnaast wordt ook gebruik gemaakt van huiswerkopdrachten, zodat ook thuis aan de problemen gewerkt wordt.
De inhoud van cognitieve gedragstherapie
Cognitieve gedragstherapie richt zich voornamelijk op het heden en minder op het verleden van de cliënt. Wanneer cognitieve gedragstherapie wordt ingezet, staat de therapeut dan ook maar betrekkelijk kort stil bij de jeugdervaringen van de cliënt. Door trainingen in de behandelkamer, in het echte leven én door huiswerk komt de cliënt gaandeweg tot nieuwe gedachten en ander, positiever gedrag.
Een cognitief gedragstherapeut heeft het vaak met de cliënt over lastige situaties en hoe de cliënt zich daarin gedraagt. Ook wil de therapeut graag weten hoe de cliënt zelf over deze moeilijke situaties denkt. Voor een deel is dit praten bij cognitieve gedragstherapeuten anders in vergelijking met bijvoorbeeld psychotherapeuten. Deze therapeuten praten niet alleen over andere onderwerpen met hun cliënten, ook hebben de gesprekken dikwijls een wat andere kleur of toonzetting.
Bij de meeste andere therapieën wordt de cliënt gestimuleerd om zelf te onderzoeken wat hij voelt en wilt. In dit proces van zelfonderzoek zijn de therapeuten, in tegenstelling tot cognitief gedragstherapeuten, zwijgzaam en terughoudend. Cognitief gedragstherapeuten gaan juist samen met de cliënt op zoek naar knelpunten en manier om met zaken om te gaan. Dat uitgangspunt zorgt ervoor dat er eerder adviezen en richtlijnen worden gegeven.
De duur van cognitieve gedragstherapie
Cognitieve gedragstherapie sluit aan op de problemen die de cliënt ervaart. Met huiswerkopdrachten wordt de cliënt gestimuleerd om ook buiten de sessies actief te werken aan de behandeling. Vooral om deze reden duurt de behandeling relatief kort.
Vaak is er sprake van vijf tot vijfentwintig zittingen. Wanneer de cliënt één keer in de twee weken een afspraak heeft, duurt de behandeling dus enkele maanden tot een jaar.
De werking van cognitieve gedragstherapie
Cognitieve gedragstherapie blijkt heel vaak een effectieve psychotherapie te zijn. Vaak effectiever dan medicatie, zeker op de lange termijn. Cognitieve gedragstherapie is volgens officiële richtlijnen dan ook eerste keus bij angststoornissen, milde depressies, eetstoornissen (boulimia nervosa), alcoholverslaving en impuls- en psychosomatische problemen (vermoeidheid, (hoofd)pijn, paniek, burn-out). Desondanks betekent dit niet dat cognitieve gedragstherapie bij alle cliënten werkt. De effecten van de therapie verschillen per persoon en soms werkt de behandeling ook goed bij andere problemen.
Onderzoeksresultaten
Er is veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de effectiviteit van cognitieve gedragstherapie. Uit experimenteel onderzoek blijkt deze vorm van therapie vaak superieur aan andere benaderingen.
Depressie en angststoornissen
De onderzoekers Butler, Chapman, Forman en Beck toonden in 2006 aan dat cognitieve gedragstherapie goede resultaten oplevert voor de behandeling van depressie en angststoornissen bij volwassenen en kinderen. Dit onderzoeksteam concludeerde dat cognitieve gedragstherapie zelfs beter werkt bij een depressie dan een behandeling met antidepressiva.
Algeheel functioneren en angst
Cognitieve gedragstherapie leidde tot positieve uitkomsten bij angst en algeheel functioneren. Bij de behandeling van angstklachten had cognitieve gedragstherapie ook een positief effect op gedragsmatige, fysiologische en cognitieve processen, aldus Chu en Harrison (2007).
Slapeloosheid
Bij mensen met slaapproblemen leidde behandeling met cognitieve gedragstherapie tot een vermindering van de slaapklachten en een verbetering van het slaappatroon. Daarnaast gebruikten de deelnemers na de cognitieve gedragstherapie minder slaapmedicatie. Wang, Wang en Tsai (2004) concludeerden na deze meta-analyse dat de cognitieve gedragstherapie beter scoorde dan andere behandelingen.